Wat zijn de zorgvuldigheidseisen?
Om euthanasie te mogen verlenen moet de arts:
- ervan overtuigd zijn dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt;
- ervan overtuigd zijn dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt;
- de patiënt informeren over de situatie waarin deze zich bevindt en over diens vooruitzichten;
- met de patiënt tot de overtuiging komen dat er voor de situatie waarin deze zich bevindt geen redelijke andere oplossing is;
- ten minste één andere, onafhankelijke arts raadplegen, die de patiënt ziet en schriftelijk zijn oordeel geeft over de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 4;
- de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding op medisch zorgvuldige wijze uitvoeren
Weloverwogen verzoek
Een verzoek kan alleen door de patiënt zelf worden gedaan. De familie kan niet om euthanasie vragen. Om een verzoek te doen moet de patiënt wilsbekwaam zijn. Het verzoek kan ook al eerder schriftelijk worden vastgelegd, voor de situatie dat iemand zelf zijn wil niet meer kan uiten.
In de praktijk valt het voor veel mensen niet mee om over het levenseinde na te denken en beslissingen te nemen. Zeker als iemand nog in goede gezondheid is. Het opstellen van een wilsverklaring kan daarbij helpen en is een goede manier om de wensen kenbaar te maken. De persoon geeft zo precies mogelijk aan onder welke omstandigheden hij of zij graag zou willen dat de arts euthanasie verleent.
Ondraaglijk en uitzichtloos lijden
Ondraaglijk lijden is altijd gebaseerd op een subjectieve ervaring: de één kan meer pijn en lijden verdragen dan de ander. Alleen de patiënt zelf kan dit beoordelen. Toch zal de arts zich ervan moeten overtuigen dat het lijden voor de patiënt ondraaglijk is. Hij moet nagaan of de patiënt het lijden redelijkerwijs ondraaglijk kan vinden. U moet dus uw arts overtuigen van de ondraaglijkheid van uw lijden. Veelal wordt om euthanasie gevraagd in de eindfase van een terminale ziekte, bijvoorbeeld bij kanker, maar dit is geen voorwaarde. Ook als u niet op korte termijn zult overlijden kunt u ondraaglijk lijden. De oorzaak van het lijden moet wel medisch zijn, maar niet per se lichamelijk. Ook psychisch lijden kan ondraaglijk zijn en een reden voor euthanasie.
Uitzichtloos lijden wil zeggen dat er met behandeling redelijkerwijs geen verbetering in de toestand van de patiënt meer is te bereiken. Of er sprake is van uitzichtloos lijden wordt alleen bepaald naar heersend medisch inzicht. Het moet naar medisch vakkundig oordeel vaststaan dat uw situatie niet te verbeteren is.
Informeren van patiënt
De patiënt moet goed geïnformeerd zijn over zijn aandoening, de prognose, behandelopties etc.
Geen andere oplossing
De patiënt en de arts moeten samen zijn overeengekomen dat er geen redelijke andere oplossing is. Behandelalternatieven moeten goed worden besproken door patiënt en arts samen.
Beoordeling door onafhankelijke arts
De arts moet ten minste één andere arts raadplegen (consulteren) voordat hij overgaat tot euthanasie. De geraadpleegde arts wordt ook wel consulent genoemd. Deze raadpleging is om te voorkomen dat de arts iets over het hoofd ziet of de situatie verkeerd beoordeelt. De beoordeling van de zaak door deze consulent is een advies, de arts hoeft het niet over te nemen.
De consulent moet onafhankelijk zijn. Dat betekent dat hij niet betrokken is bij de behandeling van de patiënt, noch een (persoonlijke) band heeft met de patiënt of met de arts. De consulent moet de patiënt persoonlijk zien, dit kan niet vanaf papier. Communicatie met de patiënt is gebruikelijk maar niet een vereiste. De consulent doet na afloop schriftelijk verslag aan de arts. Ook bij een verslag met een negatief advies, mag de arts tot uitvoering over gaan. (In de praktijk gebeurt dit zelden.)
SCEN-artsen
In Nederland is een netwerk opgebouwd van artsen die zijn getraind om deskundige consultatie te verlenen. Dit netwerk heet SCEN, oftewel Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland en is verbonden aan artsenfederatie KNMG. De behandelend arts is niet verplicht gebruik te maken van een SCEN-arts. De arts die het verzoek om levensbeëindiging overweegt kan ook zelf een onafhankelijke arts zoeken.
U kunt niet zelf een onafhankelijke arts inschakelen. Dat kan alleen uw behandelend arts.
Zorgvuldige uitvoering
De uitvoering kan op twee manieren gebeuren:
- de arts dient middelen toe waardoor de patiënt overlijdt (levensbeëindiging op verzoek)
- de arts geeft een middel aan de patiënt die het vervolgens zelf inneemt en daarna overlijdt (hulp bij zelfdoding)
De arts dient middelen toe waardoor de patiënt overlijdt
De arts dient via een injectie of een infuus een middel toe dat de patiënt in een diepe bewusteloosheid brengt. Daarna wordt een spierverslapper toegediend waardoor de ademhalingsspieren verlammen en de dood intreedt.
Sinds augustus 2012 is er in Nederland een nieuwe richtlijn voor de uitvoering van euthanasie. Wanneer de medicatie door een arts direct in een ader wordt ingespoten (levensbeëindiging op verzoek), wordt voor personen tot 150 kilo 2 gram thiopental toegediend of 1 gram propofol. Deze stoffen veroorzaken bijna direct een diepe coma. Zodra coma is ingetreden dient de arts een spierverslappend middel toe. De huidige keuzes hiervoor zijn cisatracurium (30 milligram), atracurium (100 mg) of rocuronium (150 mg). Dit veroorzaakt een ademstilstand en het daardoor ontstane zuurstoftekort leidt tot een hartstilstand.
De arts geeft een middel aan de patiënt die het zelf inneemt en daarna overlijdt
Bij hulp bij zelfdoding neemt de patiënt zelf, in bijzijn van de arts, een dodelijke drank in. De arts is aanwezig om het middel persoonlijk te overhandigen. Hij blijft bij de patiënt tot de dood is ingetreden. Als het drankje niet binnen redelijke tijd de dood tot gevolg heeft, moet de arts alsnog een dodelijke injectie geven.