Art. 294 lid 2
Art. 294 lid 2 van het wetboek van strafrecht maakt dat onmogelijk. Wie als niet-arts hulp biedt, is strafbaar. Mede om vervolging van hun naasten te voorkomen kiezen mensen voor een eenzame en vaak gruwelijke weg.
De wet is daarmee schadelijk, voor zowel de mensen die kiezen voor zelfdoding, als die ermee geconfronteerd worden. Hij moet geschrapt worden, zodat er gewerkt kan worden aan humanere manieren om een eind aan het leven te maken.
Albert Heringa
Met deze boodschap confronteerden NVVE-directeur Petra de Jong en –voorzitter Margo Andriessen maandag de deelnemers aan een politiek café over Manifest 294, dat legalisatie van hulp bij zelfdoding voorstaat. Aanleiding voor de discussie was de rechtszaak tegen Albert Heringa, die zijn moeder de pillen verschafte waarmee zij zichzelf om het leven bracht.
Politieke partijen
Oud-minister en lid van de initatiefgroep Uit Vrije Wil Hedy d’Ancona noemde het ‘zeer onbeschaafd’ dat een wet het strafbaar maakt dat vrienden en familie hulp bieden. Maar van de huidige Tweede Kamerleden kregen zij en de andere voorstanders van afschaffing weinig steun. Alleen D66-woordvoerder Pia Dijkstra wil art.294 lid 2 schrappen. De vertegenwoordigers van VVD, SP en de Christen Unie willen dat hulp bij zelfdoding alleen wordt voorbehouden aan artsen. De andere partijen waren niet aanwezig.
Volgens de drie partijen is schrappen van de wet een brug te ver, en onnodig. Binnen de criteria van de euthanasiewet is nog voldoende ruimte om tegemoet te komen aan de doodswens van mensen, betoogde Henk van Gerven (SP). Carla Dik (ChristenUnie) meent dat het goed is dat hulp bij zelfdoding door de rechter wordt getoetst. En volgens Ockje Tellegen (VVD) wordt de definitie van ondraaglijk lijden binnen de huidige euthanasiewet steeds ruimer geïnterpreteerd. Zo blijkt uit gevallen waarbij ook een opeenstapeling van ouderdomsklachten een grondslag kan vormen voor euthanasie. De ruimte die de wet biedt moet eerst worden benut. Vanwege de zorgvuldigheid, en ter voorkoming van misbruik, is hoe dan ook een rol voor de artsen weggelegd bij hulp bij zelfdoding, betoogden deze drie partijen. De arts kent de patiënt immers het beste.
Anderen in de zaal zetten vraagtekens bij die rol van de arts. Vaak worden ouderen geconfronteerd met nieuwe artsen, als ze bijvoorbeeld naar een verpleeghuis gaan. Die veelbezongen jarenlange band tussen arts en patiënt is er vaak niet, klonk het.
Draagvlak voor afschaffing gering
Onderzoeker en arts in opleiding Merel Schoonman kwam met cijfers uit een enquête onder 1100 mensen, waaruit blijkt dat het draagvlak voor afschaffing van de wet gering is. Maar 20 procent van de ondervraagden vindt dat niet-artsen hulp mogen bieden bij zelfdoding. Dat percentage stijgt tot tussen de 40 en 60 procent als een voorbeeld wordt voorgelegd waarbij een arts weigert euthanasie aan een familielid te geven.
Ruim zes op de tien mensen (62%) vinden dat hulp bij zelfdoding mag worden verleend als iemand levensmoe is. Het draagvlak hiervoor is sinds 2007 met 9 procent toegenomen. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 28.000 mensen.Een derde (34%) vindt dat ook een naaste hulp bij zelfdoding mag bieden.